Wingsurfen FAQ: veelgestelde vragen wingsurfen

Wingsurfen is een relatief nieuwe watersport waarbij de wingsurfer op een surfboard staat en zich voort laat trekken door een wing (zeil). De wingsurfer heeft de wing in zijn handen. Deze zit dus niet vast aan een surfboard, zoals bijvoorbeeld bij windsurfen het geval is. Wingsurfen valt te omschrijven als een kruising tussen golfsurfen, windsurfen, kitesurfen en foilen. Wingsurfen wordt ook wel wingfoilen genoemd als gebruik wordt gemaakt van een hydrofoil (draagvleugel) in combinatie met een speciaal ontwikkeld wingsurf- foilboard. Een andere actieve naam is winging.

Wingsurfen lijkt op het oog misschien het meest op windsurfen. Het is echter makkelijker om te leren. Juist omdat het te leren valt op allerlei typen surfboards. Je kan bijvoorbeeld beginnen met wingsurfen op een (opblaasbaar) supboard. Zodra dit lekker gaat, kan je overstappen op een speciaal ontwikkeld wingboard of zelfs een wingsurf-foilboard.

Wingsurfen is zo gevaarlijk als je het zelf maakt. Als je weeromstandigheden en wingsurf-uitrusting kiest passend bij jouw vaardigheidsniveau, is het niet gevaarlijk. Dat wingsurfen potentieel ook een gevaarlijke en extreme sport is, is ons ook duidelijk. Bij hardere wind en een wilde zee kan wingsurfen ontzettend gaaf zijn. Er kunnen ook hoge sprongen en trucs mee worden gedaan. De risico’s nemen dan vanzelfsprekend ook toe. Het gebruik van een zwemvest en helm zijn op zijn minst aan te raden.

Om te wingsurfen heb je wingsurf wing (zeil) en een speciaal ontwikkeld wingsurf-board nodig. Aan het wingsurf-board is mast (fuselage) en een hydrofoil (draagvleugel) te monteren. Zo wordt wingsurfen ineens wingfoilen. Met behulp van de hydrofoil kan je volledig uit het water komen en als het ware boven het water wingfoilen. Beginnen met een surfboard of sup-board is natuurlijk ook mogelijk. Daarnaast heb je een neopreen wetsuit en eventueel neopreen schoentjes nodig.

Er kan gewingsurft worden op veel verschillende manieren. Op het water met een stand up paddle surfboard (sup-board) of een speciaal daarvoor ontwikkeld wingsurf-board. Daarnaast kan je wingen op het land met een mountainboard of een skateboard. Wingen kan zelfs in de sneeuw op de ski’s of op een snowboard.

Wingsurfen met een foil board kan al met heel weinig wind. Zo valt er al actief en met veel plezier te wingsurfen vanaf 8 knopen (windkracht 3). Afhankelijk van het vaardigheidsniveau en wat een wingsurfer c.q. wingfoiler wil, kan worden doorgewingt tot boven de 30 knopen (windkracht 7). Wingsurfen is dus een goed alternatief voor watersporten waarvoor je veel wind nodig hebt.

Een wing kan je vlak houden waardoor deze feitelijk op de wind ligt en krachtloos is. Zodra je de wing maar naar onder vasthoudt, komt de wind in de wing en gaat hij trekken. Zodra je wingsurft valt de kracht gedeeltelijk weg door je snelheid. Door de wing hoger of lager vast te pakken, kan een wingsurfer c.q. wingfoiler de kracht doseren.

Wingsurf-wings zijn er in veel soorten en maten. Sommige wingsurf merken bieden van één specifieke wing wel 6 maten. Gangbaar voor een volwassen wingsurfer is een 5 m2. Bij hardere wind is een 3,5 m2 gangbaar.

Wingfoilen is door de overheid gelijkgesteld met windsurfen. Wingfoilen mag dus op die wateren, waar het windsurfen ook is toegestaan. Dit houdt in dat het in principe overal mag behalve op druk bevaren waterwegen en kanalen. Lees eventueel het binnenvaart politiereglement voor meer informatie.

Wingsurfen is inmiddels populair geworden. Veel kitesurf-shops hebben wings en wingboards toegevoegd aan hun assortiment. Bekijk de kitesurfshops bij jou in de buurt.